Logo HomePlan
Een huis, thuis en toekomst voor mensen in extreme armoede

Het complete reisverslag uit Zuid-Afrika

22 april 2014

Lees hier het complete verslag van bouwreisorganisator Aimé de Bock. Hij vertrok met 14 vrijwilligers naar Pomeroy.

p zaterdag verzamelen we op Schiphol voor de incheckbalie. De meesten uit de groep kennen elkaar niet dus hier wordt kennis gemaakt. Het is een leuke en gevarieerde groep, met meer vrouwen dan mannen. We vliegen naar Johannesburg waar we Ricus ontmoeten. Vanaf het vliegveld gaan we direct naar het hotel waar we overnachten.

De volgende ochtend vertrekken we richting het apartheidsmuseum. Erg indrukwekkend om te zien hoe bizar en kort geleden de apartheid er nog was. Op de folder staat "Apartheidsmuseum: the only place where apartheid belongs", en dat zegt denk ik alles.

In Johannesburg heeft Johan Viljoen zich ook bij ons aangesloten, waarna we met een binnenlandse vlucht naar Durban vliegen. Daar worden twee busjes gehuurd en vertrekken we naar Pomeroy, een rit van ca. 3 uur. Hier aangekomen worden we verwelkomd door de zusters van de kliniek, die voor ons een avondmaaltijd hebben verzorgd. Na een nadere kennismaking met de zusters en een toelichting op de lokale situatie door de zusters, Ricus en Johan, gaan we slapen in een ruimte op de parochie.

Maandagochtend wonen we eerst om 7.00u een mis bij. Daarna hebben we een rondleiding op de kliniek die door de zusters wordt gerund. Erg indrukwekkend om te zien hoe goed alles daar georganiseerd is en hoe toegewijd de zusters zijn. De kliniek is er voornamelijk voor HIV patiënten maar ook voor patiënten met andere aandoeningen of ziektes. In onze groep zit ook een kinderarts uit het ziekenhuis in Roosendaal, voor haar is het extra interessant. Ze is onder de indruk van hoe goed alles is geregeld en hoe goed ze op de hoogte zijn van wat er nodig is.

Na het bezoek aan de kliniek vertrekken we naar de bouwlocaties. Deze liggen verspreid over het gebied. De groep is opgedeeld in kleine groepjes die elk naar een aparte bouwlocatie gaan en daar ook drie nachten verblijven (dus gedurende die tijd ziet de rest elkaar niet). We overnachten bij de caregivers. Dit zijn mensen (vrijwel altijd jonge moeders) die de zorg hebben voor een groter aantal kinderen, bijvoorbeeld weeskinderen die hun ouders hebben verloren aan aids. Of omdat de vaders naar de grote stad zijn getrokken om werk te zoeken.

Voor de caregivers is het ook erg spannend om ons in huis te krijgen. Van de zusters horen we dat ze lange tijd bezig zijn geweest met de voorbereidingen, zoals wat voor ons te koken en waar ons te laten slapen. Ook de communicatie is spannend, maar ze spreken Engels. Weliswaar enigszins gebrekkig maar goed genoeg om te kunnen communiceren.

Ikzelf zit in een bouwteam met Suzanne, Kim en Gerry. Er worden op onze locatie twee huisjes gebouwd. Bij aankomst blijkt echter dat bij één van de twee huisjes niet wordt gebouwd. Maar dat is geen probleem, we gaan gewoon met z'n vieren naar het andere huisjes in aanbouw. De eerste dag kunnen we niet heel veel doen, voornamelijk wat water halen voor het aanmaken van specie. De bouwers zijn niet gewend dat er blanke mensen komen helpen en weten niet goed hoe ze hier mee om moeten gaan. Helemaal omdat het ook nog vrouwen zijn, dat vinden ze echt heel vreemd. Maar na interventie van Ricus en Johan komt het goed. Dat geeft ons de tijd om onze slaapplekken in gebruik te nemen en om kennis te maken met iedereen. We slapen bij twee caregivers in huis: Thembé en Misiwé. Ze zijn uiterst gastvrij en onze slaapvertrekken zijn zeer netjes. Er zijn zelfs bedden, iets waar we niet op hebben gerekend. Tegen het eind van de middag worden we meegevraagd naar een vrij grote ronde hut die is ingericht als een soort kapel. Er wordt spontaan een Zuid Afrikaanse dans en zang uitgevoerd. Eerst met zo'n 10 kinderen, maar door het getrommel komen er veel anderen uit de omgeving op af. Al snel staan er zo'n 30 tot 40 kinderen voor ons te zingen en dansen! Prachtig om te zien, precies wat je je voorstelt bij Zuid-Afrika. Daarna worden we uitgenodigd voor het avondeten. We hadden verwacht met z'n allen te gaan eten maar dat gaat hier toch anders. Eerst moeten wij eten, daarna de lokale volwassenen en daarna de kinderen. Ze komen wel bij ons zitten met eten en bidden in de vorm van zang. Na het eten wordt er heet water voor ons verzorgd om ons te kunnen wassen. Eigenlijk is alles veel comfortabeler dan we verwacht hadden.

We worden gevraagd of we de volgende ochtend om 7.00 uur willen ontbijten. Dat is prima. De volgende ochtend staan we dan ook om 7.00 uur klaar, maar tegen de tijd dat het ontbijt gereed is, is het al bijna 8.30 uur. Maar dat maakt ons niets uit, we hebben ons ingesteld op een andere cultuur met betrekking tot tijd en afspraken. Waarschijnlijk denken ze dat we in Europa zeer grote eters zijn, want wat we als ontbijt geserveerd krijgen blijkt genoeg voor een heel elftal. Dus hebben we ze uitvoerig uitgelegd dat we kleine eters zijn maar dat ze het uitstekend verzorgd hebben en dat we dat zeer waarderen. Na het ontbijt brengen we een bezoek aan de lokale kinderopvang. Erg leuk om te zien hoe ze hier met de kinderen omgaan. Vanaf zeer jonge leeftijd leren ze al hoe te zingen en dansen. De allerkleinsten hebben nog nooit blanken gezien en zijn zelfs een beetje bang voor ons en beginnen te huilen. Maar op een afstand gaat het wel.

Suzanne (de kinderarts) krijgt de gelegenheid om een dag mee te werken in de kliniek, iets wat ze graag wil. Wij gaan naar de bouwlocatie. Hier kunnen we helpen met het schoonmaken van muren, uitsteken van voegen, opruimen van stenen, ophalen van dakplaten, etc.  Er is werk tot een uur of drie, waarna we terug gaan naar ons verblijf. Hier zitten we in het zonnetje wat te lezen en schrijf ik dit verslag. Wachten tot de kinderen uit school komen en Suzanne terugkomt van de kliniek. Terwijl ik dit verslag schrijf, komt één van de kinderen bij Kim met een Engels lesboek en de vraag of ze wil helpen. Dat wil Kim uiteraard wel dus nu geeft ze Engelse les.

Als Suzanne terugkomt van de kliniek vertelt ze dat ze veel heeft kunnen helpen. Toen ze op de kliniek hoorden dat ze kinderarts is, werd ze gelijk ingezet om kinderen te wegen, meten, maar ook inenten. Dat ging 'aan de lopende band' en het was heel bijzonder dat Suzanne zo kon helpen. In Nederland zou het niet mogelijk zijn voor een buitenstaander om dit soort werkzaamheden te doen, maar hier is de situatie uiteraard anders.

De volgende morgen na het ontbijt ga ik met Ricus mee om de andere bouwlocaties te bezoeken. Bij het bezoek aan de andere leden uit de groep tref ik verschillende situaties aan. Philip en Mark zijn samen met Werner en Najib naar een nieuwe locatie gebracht waar ze flink aan de slag kunnen met het metselen van muren en sjouwen van stenen. Ook hebben zij leuke contacten met zowel de families als met de bouwers. Philip en Mark mogen een geit aanwijzen die dan voor hun geslacht wordt als diner. Heel bijzonder, omdat dit normaal alleen gedaan wordt voor speciale gelegenheden zoals het eren van de voorouders. Het aanwijzen en slachten van een dier is op zich al vreemd voor ons maar is daar natuurlijk heel normaal. De families houden kippen, geiten en koeien voor hun eigen levensonderhoud. Ze zeggen: ´That is our food walking there´.

Bij Renée, Leo en Moniek gaat alles ook heel goed. Ze zijn flink aan het bouwen en hebben leuke contacten met de familie. Ook hebben ze wat eenvoudige spelletjes meegenomen om te leren aan de kinderen en hun ouders. Bij zowel Yvonne en Marlou als bij Astrid en Mirjam zijn de contacten met de bouwers, families en caregivers iets minder intensief. De mensen zijn allemaal heel vriendelijk en gastvrij, maar sommigen toch wat afstandelijk en hun Engels erg gebrekkig. Allemaal rijden ze uiteindelijk met Ricus en mij mee om de anderen te bezoeken, waardoor ze een goed beeld krijgen van het hele project.

Bij terugkomst 's middags bij mijn eigen bouwlocatie lopen met z'n vieren naar de familie waarvoor we bouwen. Dit is een oma die zorgt voor haar kleinkinderen omdat hun moeder is overleden.

De volgende dag moeten we nog langer dan anders wachten op het ontbijt, maar we zitten lekker in het zonnetje. We gaan vandaag niet meer bouwen, maar met de caregivers een bezoek brengen aan alle families die ze onder hun hoede hebben. Het is erg indrukwekkend. Het ene schrijnende geval na het andere. De mensen leven in zeer kleine hutjes, hebben bijna geen spullen en de kinderen zijn in veel gevallen ziek. Hier worden we wel een beetje stil van. Er worden huizen gebouwd voor een aantal gezinnen, maar er is nog heel veel meer te doen. In veel hutjes wordt ook binnen gekookt op vuur, waardoor deze helemaal blauw staan van de rook, niet echt gezond. Tot onze verbazing zijn er twee bewoners die erg oud zijn. Een oma van 96 jaar ligt in een hutje naast het vuur op de grond en reageert helemaal niet op onze begroeting, totdat we horen we dat ze blind is. Een hut verderop ligt een man die iets jonger is, maar toch al 92 jaar. Hij kan niet meer lopen maar is mentaal wel in orde.

Terug bij de zusters wonen we eerst een mis bij, samen met alle caregivers en families. Het is een bijzondere mis met veel gezang. De bisschop uit Dundee is speciaal voor ons naar Pomeroy gekomen om de mis te leiden. Daarna worden buiten allerlei voorstellingen gegeven door de kinderen. Het ziet er fantastisch uit en de zang is prachtig. Een meisje uit de familie waar wij voor hebben gebouwd doet de leadzang, ze heeft een prachtige stem. Na de optredens door de kinderen ontstaan er allerlei spontane liederen en dansen. Na het eten wordt er nog veel bijgepraat, T-shirts worden uitgewisseld en er wordt afscheid genomen van de families en caregivers. 's Avonds hebben we met de groep nog een kringgesprek om al onze ervaringen uit te wisselen.

Vrijdagochtend ontbijten we vroeg bij de zusters en nemen afscheid, waarna we vertrekken richting Durban voor de terugreis.

Tijdens de bouwreis hebben we schrijnende omstandigheden gezien. Mensen die zo arm zijn dat ze geen fatsoenlijk dak boven hun hoofd hebben, niet genoeg geld voor eten. Mensen die ernstig ziek zijn, kinderen die hun ouders hebben verloren. Oma’s die voor de kinderen zorgen maar zelf op sterven liggen. En ga zo maar door. Ook tijdens bouwreizen in Mexico zien de bouwreisdeelnemers omstandigheden die hier weer anders zijn maar ook zeer armoedig en uitzichtloos. De bouwreisdeelnemers worden hier erg door geraakt. Als men dan zo’n schrijnend geval ziet dan zou men het liefst een huisje willen geven of op een andere manier hulp willen bieden. Maar het probleem is dat er een stukje verder nog een schrijnend geval is en nog een stukje verder weer…

Het contrast met ons eigen leven is groot. We worden ons nog meer bewust van hoe goed wij het hebben. Dat geeft ook een ongemakkelijk gevoel. Veel mensen voelen zich schuldig omdat wij het zo goed hebben terwijl zoveel mensen in armoedige en uitzichtloze omstandigheden leven. We gunnen hun ook het leven wat wij hebben.
We kunnen echter niet de problemen van een heel land op onze schouders nemen. We kunnen alleen helpen met de mogelijkheden die we zelf hebben. Als we hun het leven gunnen wat wij hebben, waarom zouden we het onszelf dan niet gunnen? Om te kunnen helpen moeten we wel zorgen dat we zelf goed in onze kracht staan. Als we, bij wijze van spreken, het uit solidariteit voor onszelf slecht zouden maken dan zijn we ook niet in staat om anderen te helpen. We hoeven ons niet schuldig te voelen over het feit dat we het goed hebben, maar we moeten wel onze verantwoordelijkheid nemen en helpen waar we kunnen. Hoe beter het met ons gaat, hoe meer we in staat zijn om anderen te helpen.

Ook vragen deelnemers zich wel eens af of de hulp niet een druppel op een gloeiende plaat is, aangezien de problemen zo omvangrijk zijn. Maar een druppel op een gloeiende plaat die verdampt en is weg. Wat wij doen is blijvend. Ook al is het slechts een druppel in de totale problematiek in het land, voor de mensen die we helpen is het een verandering en ommezwaai in hun leven. We maken voor deze mensen echt het verschil. Iedereen die het goed heeft, zou zich moeten inzetten om mensen die het minder goed hebben te helpen. Dat kan via HomePlan maar ook via een ander doel of op andere manieren. Hoeveel hulp men biedt en op wat voor manier is aan een ieder zelf om te beslissen en daar mogen we niet over oordelen, alle hulp is welkom. Als iedereen op de wereld die daar toe in staat is, zich zou inzetten binnen zijn of haar mogelijkheden en hulp zou bieden, dan zouden er zoveel ‘druppels’ achtergelaten worden dat er een betere wereld zou ontstaan. ‘Life is all about sharing’.

Steun HomePlan

Bouw mee aan veilige huisvesting voor mensen in extreme armoede.
Een huis is de basis voor verdere ontwikkeling. 
Draag een steentje bij met jouw gift!
Doneer nu

Blijf op de hoogte

Meld u aan voor onze nieuwsbrief
Logo ANBILogo CBF

Hier vind je ons

Steenen Hoofd 63
4825 AJ Breda
076 5736 736
info@homeplan.nl

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Naam(Vereist)
© 2025 Homeplan | Website: YZCommunicatie
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram